Ellen Klemann - Rijs
Operatieassistent
Ellen is operatieassistent en neemt de chirurg zoveel mogelijk werk uit handen
Wat ik zie bij VieCuri?
Een team dat voor elkaar klaarstaat en voelt als familie
Ellen Klemann - Rijs begon in 1999 aan haar opleiding Operatieassistent en is sindsdien werkzaam op de operatiekamers (OK) in VieCuri. Ze had altijd al een fascinatie voor wonden, dus na de MAVO koos ze ervoor om de opleiding MDGO-VP (verpleging) te gaan doen. Daarna rondde ze aan de Fontys Hogeschool de opleiding Operatieassistent af.
“Als jong meisje wilde ik al verpleegster worden. Mijn moeder zat vroeger bij ons in het dorp bij de EHBO en ik vond dat altijd erg interessant. Dat wilde ik ook en uiteindelijk koos ik voor verpleging. Ik was net aan de opleiding begonnen toen iemand bij mij op handbal vertelde dat ze op de OK werkte. Toen dacht ik dat is echt iets voor mij. Na mijn opleiding kon ik zowel in Maastricht als Venlo beginnen op de OK, maar ik koos voor Venlo, omdat het dichterbij is.
Mijn dag ziet er als volgt uit. Na aankomst op de OK kijk ik welk programma er vandaag is. Tegenwoordig is er ook een briefing met de chirurg, anesthesist en de anesthesiemedewerker waarin alle patiënten van die dag, maar ook persoonlijke zaken, worden doorgenomen. Bijvoorbeeld wat je leerdoelen zijn. Vervolgens maak je de operatiekamer klaar voor de eerste ingreep, zet de apparaten aan, kijkt of alles functioneert en spreekt met je collega operatieassistenten af wie wat doet. En dan komt de eerste patiënt binnen.
“Je komt bij ons in een warm nest terecht"
Voor wat betreft het soort operaties gaat mijn voorkeur uit naar chirurgie, buikoperaties, gynaecologie, plastische chirurgie en urologie. Voor KNO (Keel-Neus-Oorheelkunde) ben ik 15 jaar vakspecialist geweest en dat vond ik ook heel leuk om te doen. Dat is weer heel wat anders en fysiek niet zo zwaar. Ik heb in 2002 namelijk, toen ik net klaar was met de opleiding, met handballen mijn knie verdraaid en sindsdien ben ik al 14 keer geopereerd, waarvan een paar keer in VieCuri. Ik mocht, telkens wanneer ik aan het revalideren was, een tijdlang niet zo’n zware ingrepen doen. Daarom heb ik toen weer bij KNO gewerkt. Wat mij toen opviel als patiënt, is de enorme betrokkenheid van de medewerkers.
Ik vind de onregelmatige diensten heel fijn. De geplande operaties, zijn voor mij niet zo spannend meer, maar juist de operaties waarvoor je ’s nachts gebeld wordt, dat je snel je kleren aan moet doen en in de auto moet springen, vind ik heel leuk. Je weet soms niet wat je aantreft als je aankomt. De adrenaline die je dan krijgt van sommige spoedgevallen die binnenkomen. De late dienst vind ik ook heel fijn. Je werkt dan in een klein team en dan ben je meer op elkaar aangewezen. Ook kun je dan ’s morgens nog wat in huis doen.
Je moet goed kunnen samenwerken en doorzettingsvermogen hebben. Als je plotseling, tijdens een operatie, jeuk aan je neus krijgt, mag je niet krabben en moet je blijven staan. Anders zijn je handen niet meer steriel. Ook moet je geordend zijn en netjes werken. Dat zie je ook bij mij thuis terug. Daar heb ik nog net geen protocollen opgehangen!
Ik vind het heerlijk om buiten te zijn. Ik ben heel graag in de tuin bezig. We zitten op het werk de hele dag al binnen en kunnen bijna nergens naar buiten kijken, dus dan vind ik het heerlijk om buiten te zijn en dan heb ik ook meteen mijn beweging. Gras maaien, onkruid wieden en snoeien. Ik heb bijna 3500 m2 tuin, dus er is altijd wel wat te doen. Verder fiets ik ook altijd naar het werk. Ik woon in Neer en dat is 20 kilometer. Ik fiets dus bijna een uur heen en een uur terug. Lekker mijn oortjes in en dan nadenken over van alles. Daarnaast ben ik bijna elke week in de sporthal te vinden. Handbal is nu weer een belangrijk onderdeel van ons leven. Mijn zoon handbalt op landelijk niveau. Zelf heb ik vroeger ook op hoog niveau gehandbald en mijn man heeft vroeger zelfs op het allerhoogste niveau gehandbald.
Ik ga nog altijd met plezier naar het werk en geen dag is hetzelfde. Ik vind het belangrijk dat het programma gestructureerd en lekker loopt. Dat de chirurg bijvoorbeeld niet hoeft te vragen naar een instrument, maar dat je het al aangeeft. Dus dat je een stap voor bent. Ik heb nooit overwogen om naar een ander ziekenhuis te gaan, want ik heb het gewoon heel erg naar mijn zin. We hebben een heel leuke groep. Tegelijkertijd met mij is ook een vriendin bij VieCuri begonnen en de jaren erna zijn er meer jonge meiden gestart en dat klikte heel goed. Het is een hele leuke groep en de meesten daarvan werken hier nog steeds. Het voelt als een soort familie, heel vertrouwd, en je hebt veel met elkaar meegemaakt. Kortom, als je hier komt werken, kom je in een warm nest terecht.”